Vmbo staat voor (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs). Het vmbo duurt vier jaar en is opgedeeld in vier leerwegen. Hieronder lees je meer over deze leerwegen. Binnen elke leerweg heb je een aantal verplichte vakken. Daarnaast mag je zelf enkele examenvakken kiezen.
De basisberoepsgerichte leerweg (bb) is er voor leerlingen die praktisch ingesteld zijn. Op deze leerweg krijg je minder theorie dan op de kaderberoepsgerichte leerweg (kb). Na de tweede klas kies je een profiel: Bouwen, Wonen en Interieur, Zorg & Welzijn, Produceren, Installeren en Energie, Economie en Ondernemen en Dienstverlening & Producten. Je doet examen in vier algemene vakken, zoals bijvoorbeeld Nederlands en wiskunde en daarnaast doe je ook examen in één beroepsgericht vak. Met een vmbo bb-diploma kun je instromen op een mbo-opleiding op niveau 2 of 3. Leerlingen met een bb-diploma kunnen er ook voor kiezen om het vierde leerjaar over te doen op kb-niveau om zodoende hun kb-diploma te halen.
Als je het handig vindt om theoretische kennis te leren door praktisch bezig te zijn, dan past de kaderberoepsgerichte leerweg (kb) bij jou. Na de tweede klas kies je een profiel. Je doet examen in vier algemene vakken, zoals bijvoorbeeld Nederlands en wiskunde en daarnaast een beroepsgericht vak. Met een vmbo kb-diploma kun je terecht op mbo-opleidingen op niveau 3 of 4.
Vergeleken met de basisberoepsgerichte- en kaderberoepsgerichte leerweg is de theoretische leerweg meer gericht op de theorie. Je hebt dan ook voornamelijk theorielessen en doet examen in minimaal zes algemene vakken. Aan het eind van het derde leerjaar kies je in de theoretische leerweg een sector. In de gekozen sector moeten de leerlingen een profielwerkstuk maken en hierover een presentatie houden. Met een vmbo tl-diploma kun je mbo-opleidingen op niveau 3 en 4 volgen. Bovendien kun je na het vmbo tl doorstromen naar klas 4 van het havo.